Verschil in berekening WW- en WIA uitkering is discriminatie

Bij de berekening van het dagloon voor een WW of WIA uitkering worden verschillende methodes gehanteerd. Dat kwam eens te meer aan de orde in onderhavige uitspraak van de bestuursrechter. Die  oordeelt dat er een ongeoorloofd verschil is in de berekening van de hoogte van de WIA en de WW-uitkering. Alvorens de situatie van rechthebbende wordt besproken, zullen we ingaan op de regels voor een WIA- en WW-uitkering.

Regels WIA

Het dagloon voor een WIA-uitkering wordt bepaald aan de hand van het loon dat in het refertejaar is verdiend, te delen door het aantal dagloondagen. Ook de dagen dat een rechthebbende geen inkomen heeft genoten, worden daarbij meegerekend.

Regels WW

Het dagloon voor een WW-uitkering wordt eveneens bepaald aan de hand van het loon dat in het refertejaar is verdiend, te delen door het aantal dagloondagen. De dagen dat een rechthebbende geen loon heeft genoten, worden evenwel dan, volgens het Dagloonbesluit, niet meegerekend. 

WIA berekening

Rechthebbende in kwestie heeft in de periode van 1 juli 2015 tot 30 juni 2016 € 19.896,93 verdiend. Om de WIA-dagloon te bepalen heeft het UWV dit loon gedeeld door 261 dagloondagen, zijnde alle dagloondagen over het hele refertejaar, inclusief de dagen waarop de rechthebbende geen loon genoten heeft. Rechthebbende wijst er bij de bestuursrechter op dat er geen bepaling is voor de WIA waaruit blijkt dat kalenderdagen zonder loon niet worden meegerekend in het berekenen van het dagloon, zoals in het Dagloonbesluit staat. Dit is – aldus rechthebbende - in strijd met het verbod op discriminatie zoals neergelegd in het EVRM.

Het leidt ertoe dat iemand die niet de hele referteperiode heeft gewerkt en na het einde in aanmerking komt voor een WW- uitkering, recht heeft op een hogere uitkering dan iemand die in aanmerking komt voor een WIA.

Het Europese Hof van Justitie heeft al eerder geoordeeld dat de gezondheidsstatus van een persoon (zoals handicap, beperkingen etc.) valt onder de werking van artikel 14 EVRM (verbod op discriminatie).

Het invoeren van de loonloze tijdsvakken voor de berekening van de WW is ingevoerd om de nadelige effecten weg te nemen. De wetgever heeft hiermee over het hoofd gezien dat er een zo wel een ongelijkheid ontstaat voor de WIA-gerechtigden, waarbij hier géén rekening mee wordt gehouden. Een ongelijkheid die volgens de bestuursrechter niet gerechtvaardigd is. Omdat de rechter geen wetgever is, wordt er gekozen voor een aanpak die past binnen de al bestaande wetgeving, namelijk aansluiting bij het Dagloonbesluit.

Rechthebbende wint de zaak tegen het UWV.

NOVO’s tip

De mazen in de wet worden vaak opgemerkt door scherpe rechthebbenden die een beroep op de rechter doen. Zo kan de rechter anticiperen op eventuele toekomstige wetswijzigingen. Meer weten over uitkeringen? Neem dan contact op met NOVO Advocatuur en Mediation te Breda, Specialist in Arbeidsrecht via  info@novo-advocatuur.nl of 076-2056040.