Wijziging overeenkomst beroepspraktijkvoming naar reguliere arbeidsovereenkomst

We hebben weer een pareltje gevonden. Er komt wel vaker een uitspraak langs waarbij een stage overeenkomst toch niet echt een stage overeenkomst bleek, of dat een uitzendperiode vergeten wordt mee te nemen bij het aantal contracten dat mag worden afgesloten, en nu deze van de kantonrechter Nijmegen.

Stage

Werknemer werkt sinds augustus 2020 bij werkgever op basis van een BBL-overeenkomst (beroepsbegeleidende leerweg) als automonteur. Werknemer had werkgever daar zelf voor benaderd om stage te kunnen lopen. In augustus 2022 wordt deze overeenkomst omgezet naar een Beroepspraktijkvormende overeenkomst (BPV) voor de duur van 4 jaar, welke overeenkomst in overleg met de opleidingsbegeleider per september 2024 wordt beëindigd (werknemer boekte te weinig vooruitgang).

Werknemer is het hier niet mee eens en is van mening dat er niet alleen sprake was vaneen BPV, maar ook van een reguliere arbeidsovereenkomst, die niet zomaar eenzijdig door werkgever kan worden opgezegd.. Werknemer heeft overigens per 01 november een andere baan gevonden.

Arbeidsovereenkomst

De kantonrechter gaat mee met het verzoek van werknemer en is van oordeel dat werknemer in dienst van werkgever werkzaamheden heeft verricht. De kantonrechter komt tot dit oordeel omdat werkgever werknemer opdrachten gaf en instructies over de uit te voeren werkzaamheden, werknemer mocht de werkzaamheden niet naar eigen inzicht vervullen en werkgever bepaalde de werktijden. Werknemer verrichtte zodoende werkzaamheden in dienst van werkgever.

Daarbij komt dat weliswaar in de overeenkomst het leerdoel voorop stond boven het verrichten van arbeid, maar dat in de praktijk werknemer ook in de vakanties werkzaamheden verrichtte. Dit duidt er volgens de kantonrechter op dat werknemer niet alleen in de vakantie van toegevoegde waarde was voor werkgever, maar dat werknemer die werkzaamheden ook bij aanwezigheid van werkgever kon uitvoeren en daarmee ook van toegevoegde waarde was. Omdat er tussen partijen sprake was van een arbeidsovereenkomst, kon werkgever die niet rechtsgeldig opzeggen tegen 1 september 2024. Er wordt een gefixeerde schadevergoeding van drie maandsalarissen opgelegd, de billijke vergoeding wordt afgewezen, maar ook de transitievergoeding dient door werkgever te worden voldaan.

NOVO’s tip

Zuur en een dure grap voor een werkgever die het goede (aanvankelijk) met werknemer voor had. Bij stage overeenkomsten, leer-arbeidsovereenkomsten, BBL en BPV overeenkomsten is het van belang dat altijd goed aandacht wordt besteed aan het leerelement en dit steeds de bovenhand voert. Wilt u meer weten over de (on)mogelijkheden bij de verschillende leer-arbeidsovereenkomsten? Laat het ons weten. NOVO Advocatuur en Mediation te Breda, Specialist in Arbeidsrecht, staat u graag te woord, U kunt ons bereken via de mail op info@novo-advocatuur.nl en telefonisch op 076-2056040.